Battle of Jemmingen

De tweede Slag bij Jemmingen, thans het Duitse Jemgum, vond plaats op 21 juli 1568 tussen een staatsgezind (Nederlands) leger onder Lodewijk van Nassau en een Spaansgezind leger onder Caspar de Robles en Fernando Álvarez de Toledo, hertog van Alva. Deze veldslag betekende het einde van de Nederlandse veldoperaties. Het Spaanse leger had voorlopig vrij spel. Alva maakte alle kanonnen van de vijand buit en liet deze omsmelten tot een standbeeld van zichzelf, dat hij in Antwerpen liet plaatsen. Het is hierom, dat hij ook wel de IJzeren Hertog werd genoemd.

Battle of Jemmingen

De tweede Slag bij Jemmingen, thans het Duitse Jemgum, vond plaats op 21 juli 1568 tussen een staatsgezind (Nederlands) leger onder Lodewijk van Nassau en een Spaansgezind leger onder Caspar de Robles en Fernando Álvarez de Toledo, hertog van Alva. Deze veldslag betekende het einde van de Nederlandse veldoperaties. Het Spaanse leger had voorlopig vrij spel. Alva maakte alle kanonnen van de vijand buit en liet deze omsmelten tot een standbeeld van zichzelf, dat hij in Antwerpen liet plaatsen. Het is hierom, dat hij ook wel de IJzeren Hertog werd genoemd.