Zakdoek met een rand van naturelkleurige naaldkant, Brusselse gaaskant. Rondom een klein, kruisvormig batisten midden loop een kanten rand met acht diepe schulpen. Deze worden door acht, in c-voluten gevatte, staande ovaaltjes gescheiden, waarin onder andere gesloten gewerkte sterretjes voorkomen. De schulpen zijn gevormd door 'spoorrails', waarbuiten kelkjes en dubbele, toegeklapte acanthusblaadjes afhangen. Onder de ovaaltjes hangt een kelkbloem tussen twee roosjes. In de hoekschulpen staat telkens een roos met drievoudige reliëfblaadjes. Kleine c-voluten vormen de binnenrand.