Strook vormende mutsenslippen van linnen, geschulpt en versierd met een floraal motief van fils tirés en tamboereerwerk. Eén lange strook, vormende twee mutsenslippen, smal rond het gezicht en breder aan het afhangende deel. Achter de smallere strook onversierd linnen dat nog niet geheel is weggeknipt, of van de mutsenbol was. Versiering: een floraal motief onder gebruikmaking van een veelheid aan technieken w.o. spinnetjes. Schulpen afgezet met picots.