Paviljoen, vervaardigd van lichtgele (taft)zijde, afgezet met een ingerimpeld lichtblauw zijden bandje. Het kegelvormige paviljoen bestaat uit drie gordijnen, een grote (¼ cirkel) en twee kleinere, die aan de bovenkant zijn ingerimpeld en vastgezet rond een houten knop met haak. Onder de gordijnen hangt aan dezelfde knop aan zes blauw zijden lintjes, een met lichte gele zijde beklede ovale houten ring, die de gordijnen wijd uiteen doet hangen. Over de gordijnen en de ring, eveneens hangend aan de houten knop, is een kegelvormige kap geschoven, die aan de voorzijde en de split en rond het gat voor de knop afgezet is met gerimpeld blauw band. Ter hoogte van de ovale ring is als versiering een sterk ingerimpelde ruche van lichtgele en blauwe zijde geschoven (oorspronkelijk sterker ingesnoerd dan nu). Aan de onderzijde van de gordijnen zijn vier blauwe linten met strikjes bevestigd: twee nemen aan de achterzijde de gordijnen ter hoogte van de achterstijlen van het bed op, en twee pakken aan de voorzijde ter hoogte van de voeteneind stijlen van het bed, de gordijnen samen, zodat men in het paviljoen kan kijken.