Patient (grammar)

Patiëns is in de taalkunde de benaming voor een thematische relatie die uitdrukt dat het betreffende zinsdeel de door middel van het werkwoord beschreven handeling ondergaat. Het patiëns onderscheidt zich van het thema doordat het niet alleen de handeling ondergaat maar hierbij ook nog aan een bepaalde verandering (bijvoorbeeld in vorm of structuur) onderhevig is. Een zin met een patiëns bevat gewoonlijk ook een agens. Een voorbeeld is de zin * Jan eet een appel. In deze zin is Jan het agens en een appel het patiëns. * Er worden veel appelen gegeten.

Patient (grammar)

Patiëns is in de taalkunde de benaming voor een thematische relatie die uitdrukt dat het betreffende zinsdeel de door middel van het werkwoord beschreven handeling ondergaat. Het patiëns onderscheidt zich van het thema doordat het niet alleen de handeling ondergaat maar hierbij ook nog aan een bepaalde verandering (bijvoorbeeld in vorm of structuur) onderhevig is. Een zin met een patiëns bevat gewoonlijk ook een agens. Een voorbeeld is de zin * Jan eet een appel. In deze zin is Jan het agens en een appel het patiëns. * Er worden veel appelen gegeten.